Camping La Chanterelle in Auvergne-Rhône-Alpes naast Brioude

De beboste bergkruinen van Champagnac die zich bevinden op de uitlopers van het gebergte van Livradois, vlak voor de vlakte van Brioude worden door de mensen van de streek “Les monts bitous” genoemd. Op het landelijke domein van Durbiat heeft men een zeer uitgestrekt zicht over la Margeride, le Plomb du Cantal, le Luguet en le Sancy.

De jaarmarkten van Champagnac : Champagnac heeft een gunstige samenkomst van verschillende wegen en bijgevolg is er enige handelsactiviteit ontstaan. In het begin van de 16e eeuw heeft deze doorvoer aanleiding gegeven tot het bedelen om de koninklijke gunst voor het organiseren van markten en jaarmarkten : om de economische wederopbouw van het land sinds het einde van de verschillende oorlogen te bevorderen gaf de koning gemakkelijk toestemming. Alle voorwaarden waren gunstig dus François de 1e gaf aan Champagnac de toestemming om 4 keer per jaar een jaarmarkt en elke week een markt te organiseren. Deze gunst zal een grote invloed hebben op de ontwikkeling van Champagnac. In dit kleine, groeiende stadje ontstond er een patriciaat. Tijdens die sociale verandering kocht de verrijkte grootgrondbezitter vaak het domein van een geruïneerde landedelman en verhief zo zijn familie in de burgerstand. Weldra bracht die hervorming zelf deze materiële welvaart in gevaar. Ten minste, de aanzet is gegeven : ten tijde van onrust beschermd door haar hoge, zware muren, erfgoed van een tijd en een sociaal systeem die op hun einde lopen, zal Champagnac voorspoed kennen dankzij haar markten en jaarmarkten, elementen van haar toekomstige rijkdom. Tussen de twee wereldoorlogen bevonden zich in Champagnac nog talrijke handelaren en ambachtslui (modisten, schoenmakers, zadelmakers, klompenmakers, wagenmakers, linnenverkoopsters), een wekelijkse bioscoop, een openbare school en een priveschool met internaat, 13 cafés waarvan 5 ook hotel en restaurant waren. Bijna alle huizen van het dorp bezaten een stal met enkele koeien, de landbouwers werkten samen met de handelaars en de ambachtslieden. En de bekende jaarmarkten bleven zeer in trek. De volledige bevolking van de omliggende gemeenten kwam te voet, met de kar of paarden. Alles had zijn eigen plaats : de koeien op de kruisheuvel, de schapen bij près mirable, de varkens voor de kerk en de kalveren op de plaats voor het café Tavernier. De 5 restaurants serveerden meer dan 50 maaltijden elk en op de omliggende gemeentegronden aten vele mensen gewoon in het gras. ’s Avonds was het feest in elk café.

Vandaag als de veroudering van de bevolking begint te leiden tot pessimisme, kent het dorp een wederopleving tijdens de zomer dankzij het meer en de bijhorende inrichtingen.

DVolgens Jacques de SEAUVE en M-C FAUGERE